De familie de Sitter hield zich bezig met de bestudering van complexe vraagstukken. Opa Willem de Sitter was een internationaal bekende sterrenkundige die zich bezig hield met de complexiteit van het heelal. Hij werkte samen met onder andere Einstein. Vader Lamoraal Ulbo de Sitter was een internationaal gerenomeerde geoloog die zich verdiepte in de complexiteit van de aarde.Ulbo de Sitter specialiseerde zich op de complexiteit tussen het heelal en de aarde: samenwerking in organisaties. Ulbo de Sitter (1930) studeerde sociologie in Amsterdam en promoveerde in 1970 aan de Rijksuniversiteit Leiden op het proefschrift "Leiderschapsvorming en leiderschapsgedrag in een organisatie". Nu zijn studie in Amsterdam begon hij als bedrijfssocioloog bij de centrale directie van de PTT, en werkte later als wetenschappelijk medewerker bij het Sociografische Werkgemeenschap van de Universiteit van Amsterdam. Na zijn promotie begint hij in 1971 als hoogleraar aan TU Eindhoven met de inaugurele rede "Het spel en de knikkers: kanttekeningen bij conflict en macht in produktiesystemen".In 1981 doet hij in opdracht van het WRR onderzoek naar de kwaliteit van de arbeid, organisatie en arbeidsverhoudingen en schrijft hierover het rapport "Op weg naar nieuwe fabrieken en kantoren : produktie-organisatie en arbeidsorganisatie op de tweesprong". Van 1986 tot 1988 was hij directeur van de Adviesgroep Koers in 's-Hertogenbosch. In 1990 werd hij hoogleraar Moderne Sociotechniek aan de Universiteit van Nijmegen, waar hij op 31 maart 1995 afscheid nam als hoogleraar. Zijn laatste boek 'Synergetisch produceren' (1994) en het bijbehorende in 1996 verschenen boek met praktijkcases, zijn De Sitter's belangrijkste bijdragen aan het Nieuwe organiseren. De Sitter is vooral bekend omdat hij de oorspronkelijk Britse sociotechniek in Nederland introduceerde en verder ontwikkelde. Sociotechniek is afgeleid uit de systeemtheorie en betreft een herontwerp- en change-management theorie die in de vijftiger jaren van de vorige eeuw aan het Tavistock Institute (UK) ontstond. Op basis van de ervaringen in organisaties werd de theorie aan universiteiten en bij onderzoeksbureaus verder uitgewerkt en vernieuwd. De Sitter werkte als hoogleraar aan TU Eindhoven aan ideeƫn onder de noemer mens (socius) en organisatie (hulpmiddel, werkstructuur). De Sitter rekende via onderzoek af met de stelling, dat grotere arbeidssatisfactie in het werk alleen bereikt kan worden door beter leidinggeven, samenwerking en sociale kadervorming. Als een werkend individu geen regelvermogen krijgt zal hij zich uiterlijk aanpassen aan de situatie en zich tegelijkertijd innerlijk verzetten (ziekteverzuim). Wanneer regelbehoefte en regelvermogen niet met elkaar in balans zijn ontstaat vervreemding, ongenoegen en stress in de organisatie. Door goed toegepaste sociotechniek wordt flexibiliteit van bedrijven gerealiseerd onder meer door middel van hele taakgroepen en zelflerende teams. In het boek uit 1982 "Op weg naar nieuwe fabrieken en kantoren" heeft De Sitter gepleit voor fundamentele reorganisatie van productieprocessen in ondernemingen in het systeemtheoretisch kader van de afstemming van regelbehoefte en regelcapaciteit. Hij concludeert dat "de regelbehoefte naar beneden moet worden bijgesteld anders dan dat de regelcapaciteit moet worden opgevoerd. Dit wordt bereikt door parallelliseren, segmenteren en het invoeren van autonome taakgroepen binnen ondernemingen zodat deze beter aan de veranderende vraag van de afnemers tegemoet kunnen komen". Ulbo de Sitter overleed in 2010. |